Excursie Verslag 2006.08.19

Hier een kort verslag van onze excursie naar de Witrijt o.l.v. Frans Groenen. Aanwezig: Ad (fotos), Geert, Jap, Frans, Piet & Liesbeth.

We vertrekken vanaf de voormalige SBB werkschuur die nu van Meare is, een organisatie die geestelijk en lichamelijk gehandicapten te werk stelt in het bos. Eerst hebben we de hier gelegen weilandpercelen met aangrenzende houtwallen en bospercelen bemonsterd. Liesbeth en ik proberen teken te vangen voor Jap die hij wil gebruiken in een TV-programma van Omroep Brabant waarvoor hij is gevraagd om over deze lastposten te komen vertellen. We kunnen er met moeite enkele vangen. De teken moeten over een feilloos detectieapparaat beschikken want Liesbeth ontdekt drie dagen na de excursie een teek die zich vastgezogen heeft in haar liesstreek. We krijgen van de huisarts het advies om de plek van de beet in de gaten te houden en bij het optreden van een rode kring bij hem langs te komen.


Jap leert ons hoe we Lestes virens (Tengere pantserjuffer) kunnen herkennen, een soort die in aantallen achteruit gaat, maar hier nog volop te zien is. We vangen een wants die lijkt op een mier. Het gaat hier niet om een volwassen wants van Myrmecoris gracilis, wat wij dachten, maar om een nimf van Alydes calcaratus (met dank aan Dik Hermes). Bij Alydes zijn het uitsluitend de nimfen die op mieren lijken, de volwassen exemplaren lijken op sluipwespen. Ad neemt een exemplaar levend mee om hem thuis in alle rust te kunnen fotograferen (zie foto). Frans vangt een nieuwe Bladroller (Endothenia ericetana) voor dit gebied die leeft op Munt.

We doorkruisen een perceel met Margrieten en Kaardebollen waar we de Sikkelsprinkhaan (Phaneroptera falcata) zien (zie foto). Aan de rand van deze bloemenakker hebben jagers een drinkpoel gegraven en hier zien we verschillende paringswielen van Koraaljuffers (Ceriagrion tenellum). Ik ontdek hier bovendien diverse wielwebben van Araneus alsine (Sinaasappelspin) die te herkennen zijn aan de opgevouwen berkeblaadjes (voor meer info zie Bijzondere spinnen van natte gebieden).

Omdat de Struikheide nu bloeit leidt Frans ons op veler verzoek naar de rand van de Cartierheide. We zien hier honingbijen, een Heide zandbij (Andrena fuscipes) en de Heide zijdebij (Colletes succinctus). We passeren een metalen golfplaat die hier is neergelegd om onderzoek te doen naar slangen. En als we de plaat optillen dan blijkt er tot onze grote verrassing een volwassen Gladde slang (Coronella austriaca) onder te liggen. Ad wordt opgeroepen om er een foto van te maken zodat aan de hand van de tekening van het dier vastgesteld kan worden om welke heerschap het hier gaat, maar helaas kost het scherpstellen net iets te veel tijd en schiet de slang ijlings weg in de heidestruiken. Na de excursie gaan Ad en Jap nog een keer met de auto langs voor een nieuwe poging maar de slang laat zich niet meer zien. Een paar dagen later lukt het Jap wel om de slang te fotograferen (klik hier voor het resultaat).


Tot slot van de excursie wil Frans ons nog een drassig stukje laten zien langs de Goorloop bij een voormalige boomgaard. Onderweg passeren we diverse mierennesten. We zien vlakbij deze nesten een Gouden tor (Cetonia aurata) vliegen waarvan Jap beweert dat de larven zich ontwikkelen in mierennesten. Om dat te bewijzen, zoeken we bovenop het nest van de de Zwartrugbosmier (Formica pratensis) naar de cocons van deze kever en als we die niet kunnen vinden, neemt Jap voorzichtig een kijkje in het nest. Helaas kunnen we ook hier geen cocons vinden maar kan Ad van de gelegenheid gebruik maken om ons vast te leggen op zijn gevoelige digitale plaat (zie foto).

De drassige weilandjes zijn recent gemaaid. We horen het geluid van een IJsvogel. We zien een Moeraszweefvlieg (Tropidia scita) en een Moerassprinkhaan (Stethophyma grossum). Een quadberijder komt nietsvermoedend aangereden en wordt prompt door Jap op de bon geslingerd. Ad probeert ondertussen de Moerassprinkhaan te fotografen. We hadden vandaag prachtig weer alleen op het einde van de excursie, als we weer terug lopen naar de werkschuur, krijgen we regen en zelfs enkele donderslagen. Alles bijelkaar een zeer geslaagde excursie!

PS: Frans Groenen laat me nog weten de volgende bladrollers waargenomen te hebben: Aethes smeathmanniana, Olethreutes lacunana, Poluomatus icarus, Lycaena phlaeas en Bactra lancealana.

--Piet